...

Die Rosenstrasse



inleiding

Rosenstrasse nu

Deze straat doet aan als een gewone straat. We zien toeristen de hotels in en uit lopen, een man in lange jas en aktekoffer op weg naar het werk, een vrouw die haar hond uitlaat en een paar verdwaalde Amerikanen, ons aanschietend of we de weg naar Alexanderplatz weten. Als we de straat inlopen, zien we als eerste een hotel, het Alexander Plaza. Het is een mooi en luxueus hotel, maar ervoor vinden we interessantere dingen. Een grote rode zuil, op het eerste oog nutteloos, herinnert ons aan de geschiedenis van een van de misschien wel belangrijkste gebeurtenissen tijdens het regime van de welbekende Adolf Hitler. In deze straat bevinden zich twee van deze herdenkingszuilen, beiden met informatie over de geschiedenis van de straat. Als we ongeveer halverwege de straat bij een grasveld zijn aangekomen, valt een kunstwerk in het oog; een stenen beeldengroep van Ingeborg Hunzinger, genaamd ‘Block der Frauen’.

Monument Rosenstrasse

Het staat volledig geïsoleerd omdat er tussen de rijen huizen een groot stuk ontbreekt. Toentertijd echter konden we nog niet vermoeden dat ooit op deze plaats gebouwen gestaan hebben, die een hoofdrol gespeeld hebben in de Jodenvervolging van de tweede wereldoorlog. En dat hier een demonstratie heeft plaats gevonden die vele levens heeft gered.
We bevinden ons in ‘Die Rosenstrasse’.



Geschiedenis van de Rosenstrasse

In de oorlogsgeschiedenis zien we vaak vrouwen op onverwachte momenten in actie komen, zo ook vanaf 27 februari 1943 tot en met 7 en 8 maart 1943 aan Die Rosenstrasse. Begin 1943 verviel de wet die joodse mensen, die getrouwd waren met Duitsers of Arische mensen, beschermde tegen deportatie naar concentratiekampen. Vanaf toen waren de Joden uit gemengde huwelijken (de zogenaamde Mischehe) niet meer veilig, hoewel ze daarvoor al wel op verschillende manieren gediscrimineerd werden. Vervolgens begon de Gestapo met het oppakken van deze joden in Berlijn, omdat Berlijn volgens Joseph Goebbels’ plan voor de 45e verjaardag van Hitler in april Jodenvrij moest zijn. In de laatste razzia van dit plan, de Fabrik-Aktion genoemd, op de 27ste februari 1943, werden er ongeveer 1500 Joden die in (wapen)fabrieken dwangarbeid verrichtten, opgepakt door de SS en in Die Rosenstrasse 2-4 opgesloten (gebouw van de joodse welzijnszorg), aan een onbekend zijstraatje van Berlijn.

Rosenstrasse toen

De vrouwen van deze mannen zochten ieder op hun eigen manier uit waar hun mannen zich bevonden, nadat ze ’s avonds niet terugkwamen uit hun werk. Deze vrouwen vreesden voor het leven van hun man en vele vrouwen verzamelden zich vanaf dat moment voor Rosenstrasse 2-4. In eerste instantie was het passief verzet, de vrouwen verzamelden zich met scheergerei en eten en bleven stilzwijgend staan in de hoop hun man te kunnen zien of spreken. Naar mate de dagen verstreken werden deze vrouwen luidruchtiger en riepen om hun man of zoon. De mannen van de Gestapo, die op wacht stonden voor het gebouw, voelden de dreiging toenemen en namen maatregelen om de vrouwen af te schrikken. Veel konden ze echter niet doen, omdat ze te maken hadden met Arische vrouwen. Als ze hard zouden optreden bestond het risico dat de demonstratie uit de hand zou lopen en heel Berlijn in opstand zou komen. Hierdoor kwam de Gestapo in een lastig pakket terecht, zij konden alleen dreigen te schieten. Hierdoor lieten de vrouwen zich echter niet afschrikken bleven dag en nacht voor het gebouw staan.

Anderhalve week later, op 7 en 8 maart, gaf Goebbels het bevel de Joden aan de Rosenstrasse vrij te laten, onder druk van het aanhoudende protest. Op 6 maart, net voor de vrijlating, waren er nog vijfentwintig (kinderloze) joden gedeporteerd naar Auschwitz. Maar die werden twaalf dagen later al teruggehaald, een ongezien feit. Omdat ze te veel gezien hadden, bleven ze de rest van de oorlog opgesloten in werkkampen, waar ze bezoek mochten ontvangen van hun 'Arische' echtgenotes.



Bijzonderheden van het protest.

Aan deze opstand hebben ongeveer 6000 vrouwen deelgenomen en het is het enige succesvolle protest van het Derde Rijk geweest. De meeste joden die waren vrijgelaten hebben de oorlog overleefd, dankzij hun trouwe echtgenotes.

In de tijdsgeest van de tweede wereldoorlog hadden de mannen over het algemeen de regie in handen en moesten de vrouwen een ondergeschikte, volgzame rol spelen. Zij werd geacht thuis te blijven voor de kinderen en de man te voorzien in primaire behoeftes. Dat juist deze bevolkingsgroep in actie kwam tegen dit onderdrukkende en strenge regime, tegen elke verwachting in, getuigt van moed en onvoorwaardelijke liefde voor hun echtgenoten en zonen.

Wij vinden het indrukwekkend hoe deze vrouwen de juiste manier van protesteren hebben toegepast op een onverbiddelijke vijand. Deze demonstratie is niet weg te denken uit het beeld van de langzaam op gang komende vrouwenemancipatie, of uit de geschiedenis van Berlijn. Het is dan ook niet bijzonder dat er vele boeken en artikelen over deze gebeurtenis zijn geschreven en dat er zelfs een film over deze massale demonstratie is uitgekomen.

Het lijkt ons moeilijk om op deze manier op te treden in zo’n hartverscheurende situatie! Wij hebben geen idee wat wij in deze situatie gedaan zouden hebben. Je hart gaat immers uit naar je echtgenoot of zoon, maar er is veel moed voor nodig om je eigen leven voor dit prachtige doel te riskeren, je wist immers hoe gevaarlijk het was om een obstakel voor de voeten van de Führer te zijn. Geruchten over de Gaskamers en de Concentratiekampen bestonden er wel, alleen waren deze te gruwelijk voor de meeste mensen om te kunnen geloven. Dat er iets mis was was echter niet te ontkennen, aangezien om je heen talloze mensen mysterieus schenen te verdwijnen, en op straat mensen opgehangen en geëxecuteerd werden. Wij hebben groot ontzag voor deze dappere vrouwen en vinden dat deze gebeurtenis nooit vergeten mag worden. Wij weten dat in de Oorlog vrouwen vaak ver gingen om hun gezin en hun geliefden veilig te stellen. Zo zijn er voorbeelden van vrouwen die, om maar even bij hun man te kunnen zijn, met Nazi’s sliepen of andere diensten verleenden. Hoewel dit natuurlijk verschrikkelijk is kunnen we het ons voorstellen dat de liefde van een vrouw voor hun geliefden zo groot is dat ze zichzelf opoffert voor een belangrijker doel. Daarom hebben wij ontzag voor deze vrouwen en hun onzelfzuchtigheid en wij geloven dar verscheidene mensen hun leven te danken hebben aan de dappere daden van deze vrouwen in de oorlog.



Filmverslag van die Rosenstrasse

Die Rosenstrasse is een film over de belevenissen van Lena Fischer en Ruth Weinstein, die beide de demonstraties in de Rosenstrasse hebben meegemaakt. Het verhaal begint met de 33-jarige Hannah Weinstein, een joodse vrouw die woont in New York. De plotselinge dood van har vader laat haar moeder, Ruth Weinstein, in rouw achter. Hierbij grijpt Ruth opeens weer terug op haar joodse geloof. Hannah begrijpt deze plotselinge omwenteling niet, en snapt ook niet waarom haar moeder zo’n moeite heeft met het accepteren van Hannah’s niet-joodse vriend. Ze denkt dat dit me haar verleden te maken heeft, en besluit dieper te graven. Zo komt ze in contact me Lena Fischer, een oude vrouw die in Duitsland woont. Ze ontdekt dat deze Lena van grote betekenis geweest is voor Ruth, en dat Lena Ruth ook geadopteerd had als kind zijnde. Later zijn ze echter van elkaar gescheiden geraakt, omdat Ruth naar Amerika emigreerde. Lena weet dus niet van Hannah’s bestaan af. Hannah besluit zich als journaliste voor te doen en reist naar Duitsland om Lena te interviewen over de Rosenstrasse en de demonstraties, en zo hoopt ze dat Lena ook informatie geeft over haar moeder.

Aan de hand van het interview worden flashbacks gegeven, waardoor de gebeurtenissen in de Rosenstrasse in 1943 kleur krijgen. Deze flashbacks beginnen met Lena, die als jonge vrouw in Berlijn wacht op de terugkomst van haar man uit zijn werk. Als hij maar niet terugkeert wordt ze ongerust en vraagt ze na waar hij gebleven is. Het blijkt dat het voor joodse mannen niet langer volstaat om veilig te zijn voor deportaties, door met een arische vrouw getrouwd te zijn. Hierop vreest Lena dat haar man opgepakt is door de Nazi’s. Een paar vrouwen die Lena in de Rosenstrasse tegenkomt vertellen haar dat er joodse mannen in één van de gebouwen vastgehouden worden nadat ze opgepakt zijn. Nadat duidelijk wordt dat dit de joodse mannen van arische vrouwen betreft en een aantal joodse vrouwen, waaronder Ruth’s moeder, blijven de vrouwen in de straat staan om een glimp op te vangen van hun man, en om te wachten op eventuele vrijlating. Omdat er niemand is om voor de kleine Ruth te zorgen, neemt Lena haar onder haar hoede.

Die Rosenstrasse filmbeeld

Naarmate het wachten langer duurt en er steeds meer vrouwen bijkomen, raakt de groep geïrriteerd. Nadat één van de vrouwen een glimp opvangt van haar gevangen man in het gebouw, beginnen de vrouwen om hun mannen te roepen, en om vrijlating. Nadat ze met eigen ogen zien hoe een paar gevangenen afgevoerd worden, worden ze echt strijdlustig en beginnen een kleine opstand. De nazi-bewakers die het gebouw bewaken worden bang, en men probeert met snelrijdende auto’s en geweerschoten die vrouwen af te weren. De vrouwen blijven echter moedig staan en weigeren te wijken.

Die Rosenstrasse filmbeeld

Nadat steeds duidelijker wordt dat het zo niet gaat werken, besluit Lena de hulp van haar broer in te roepen, een Wehrmacht-officier die invalide van het oorlogsfront teruggekeerd is. Vanwege de liefde voor zijn zus besluit hij Lena te helpen. Door zijn nazi verleden probeert hij de hogere rangen en oude bekenden aan zijn kant te krijgen. Ook gaan ze samen naar een feestje waar vee hoge nazi officieren aanwezig zijn. Lena probeert één van hen in te palmen om hem aan haar kant te krijgen, maar haar broer vind dit net iets te ver gaan en verteld de officier dat zij zijn zus is en getrouwd is.

In de film wordt niet precies duidelijk waarom precies de Joden zijn vrijgelaten, hoewel het waarschijnlijk wel iets te maken heeft met de nazi contacten. Dit wordt duidelijk in het stukje waarbij de nazi’s zo geïntimideerd raken door de vrouwen, dat ze machinegeweren gebruiken om hen te beschieten. Dit wordt echter verijdeld door Lena’s broer, die eraan komt lopen en het bevel geeft om de wapens op te bergen. Kort daarom worden de Joden vrijgelaten en ze komen bijna allemaal terug. Ruth’s moeder zat echter bij één van de enkele deportaties die er aan het begin van de demonstratie waren, en zij komt niet meer terug. Hierop besluiten Lena en haar man, als hij net vrijgekomen is, Ruth te adopteren.

Met deze informatie over haar moeder en Lena gaat Hannah vervolgens terug naar New York, waarbij ze nu haar verleden beter snapt en daardoor meer begrip heeft voor haar moeder.


Filmgegevens:

Titel: Rosenstrasse
Land van productie: Duitsland
Taal: Duits
Jaar van verschijning: 2003

Regie: Margarethe von Trotta
Draaiboek: Margarethe von Trotta en Pamela Katz
Productie: Henrik Meyer, Richard Schöps en Markus Zimmer
Muziek: Loek Dikker
Camera: Franz Rath

Acteurs en personages

Katja Riemann: Lena Fischer (33 jaar)
Doris Schade: Lena Fischer (90 jaar)
Jutta Lampe: Ruth Weinstein (60 jaar)
Svea Lohde: Ruth (8 jaar)
Martin Feifel: Fabian Fischer
Maria Schrader: Hannah
Jürgen Vogel: Arthur von Eschenbach
Martin Wuttke: Joseph Goebbels
Rainer Strecker: SS-man Schneider
Nina Kunzendorf: Litzy
Peter Ender: Schupo
Thekla Reuten: Klara Singer
Lena Stolze: Miriam Süβmann
Jan Decleir: Nathan Goldberg
Jutta Wachowiak: Frau Goldberg
Fedja von Huet: Luis Marquez
Carola Regnier: Rachel Rosenbauer

Trailer en scènes van Die Rosenstrasse:

http://movies.yahoo.com/movie/1808578762/video



De kracht en de moed die de vrouwen in deze film laten zien had op ons persoonlijk een nog grotere inpakt dan de gebeurtenis zelf. Dit komt voornamelijk omdat door de vele informatie, boeken en beeldbronnen die de wereld tegenwoordig over de tweede wereldoorlog bezit, je op de hoogte bent van de vele gruwelijkheden in de oorlog. Sommige mensen zouden zelfs zeggen dat je eraan gewend raakt, hoewel je volgens ons nooit zulke zaken kan bevatten als buitenstaander, laat staan eraan gewend te raken.

Wat echter wel zo is, is dat het klopt dat je vaker hebt gehoord van Jodenvervolging, opsluiting en deportatie, maar dat een opstand tegen deze acties ongebruikelijk was, laat staan een opstand bestaande uit honderden vrouwen, die in die tijd vooral thuis dienden te zijn en die naar het gezag in al zijn vormen diende te luisteren. Stil zijn, nuttig zijn en mooi zijn voor je echtgenoot, dat leek het devies te zijn in die tijd. Dat deze vrouwen vervolgens hun gebruikelijke rol laten varen en tegen alles indruisen wat gewoon was, getuigt van ongelofelijk veel kracht en moed.

Één scène bleef ons van deze hele film dan ook het allermeest bij, omdat het een hele aparte indruk achterliet en precies liet zien welke kracht en moed wij bedoelen. De vrouwen waren al een paar dagen achter elkaar aan het protesteren toen de Nazi’s dit protest niet als een opstootje maar als een echte bedreiging begonnen te zien. Op een gegeven moment kwamen toen een aantal Nazi voertuigen hard voorbijrijden, waardoor de vrouwen achteruit moest wijken om aanrijding te voorkomen. Hoewel deze wagen nog verscheidene malen voorbijkwamen, gingen de vrouwen elke keer na de volgende ronde gewoon weer op hun eerdere plek staan, ondanks het gevaar. Toen later uit die wagens twee mitrailleurs werden gehaald en die werden opgesteld voor het gebouw, gericht op de vrouwen, deinsden zij wel in angst achteruit, maar hun liefde voor hun mannen overwon hun angst en moedig bleven zij toch in het bereik van de mitrailleurs staan.

Deze actie laat zien waar het uiteindelijk, zelfs in de oorlog, om draait: de liefde, de sterkste emotie van allen, overwint het van angst en onderdrukking en geeft de mensen hoop waar zij anders de hoop laten varen.



Filmverslag Nicht alle waren Mörder



Nicht Alle waren Mörder vertelt het verhaal van Micheal Degen, een joodse jongen die opgroeit in Duitsland tijdens WO1. De titel slaat op de vele mensen die hun leven geriskeerd hebben ten behoeve van het leven van anderen. Waar het volledig hopeloos lijkt te zijn, staan mensen op en komen in actie, laten weer hoop ontkiemen. Het is een perspectief, een manier van kijken dat je moet leren, want als alles om je heen verwoest wordt kijk je niet meer zo goed naar lichtpuntjes.

Nicht alle waren Morder filmbeeld

Door de opkomende antisemitische partij en zijn aanhangers wordt het aan het einde van de jaren dertig voor de familie Degen gevaarlijk. Micheals joodse vader wordt naar Sachsenhausen gedeporteerd en ernstig mishandeld terwijl zijn vrouw, Anna, ook joods, moedige pogingen onderneemt om haar man vrij te krijgen. Als dat haar lukt overlijdt haar man enkele dagen later aan de gevolgen van de mishandelingen. Micheals oudere broer weet voordat hij gedeporteerd zou worden naar Zweden te vluchten. Micheal en zijn moeder ontsnappen op een gegeven moment nog maar net aan deportatie, als iedereen uit hun flat gevangen genomen wordt. Op dat moment begint hun vlucht pas, en zijn ze gedwongen onder te duiken, een riskante onderneming, niet alleen omdat de mogelijkheid op verraad bestaat, maar ook omdat de behulpzame niet-joodse medeburgers hun leven op het spel zetten.

Na hun vlucht uit de flat belt Anna Lona op, die haar een onderduikadres bij Ludmilla Dimitrieff, een Russische immigrante. Micheal is niet helemaal blij met die situatie; niet alleen moesten ze zich vaak op hun kamer opsluiten, Ludmilla wilde ook graag te dicht bij hem zijn. Als bij een bomaaanslag het huis van Ludmilla verbrand, worden Anna en Micheal door Karl Hotze naar hun nieuwe huis gebracht; de Teubers, zij nemen de Degens in huis tegen betaling. Ook dit was verre van ideaal, aangezien de Teubers niet zo netjes waren opgevoed als Micheal en zijn moeder, en Frau Teuber haar dochter met soldaten liet slapen. Als ze op een dag op een haarbreed na betrapt zijn door de Gestapo besluit Frau Teuber dat het te gevaarlijk is en zet ze op straat.

Ditmaal haalt Martchen, Karl Hotzes zwagerin, Anna en Micheal op, en brengt ze naar het huis van de Hotzes, bekende communisten. Micheal voelt zich daar thuis, en maakt zelfs een vriend in de buurt: Rolf Redlich. Maar het duurt niet lang voordat de Gestapo op de stoep staat, en Micheal en Anna weten nog maar net op tijd via het raam te vluchten. Micheal dingt en bij zijn moeder op aan om bij de Redlichs aan te bellen, en ze vinden tijdelijk onderdak bij de eenzame verbitterde Redlich, hij is blij met het leven in huis. Als Rolf en Micheal op een dag granaatsplinters aan het zoeken zijn ontploft er munitie en raakt Rolf dodelijk gewond en sterft. Redlich geeft zichzelf de schuld en vertelt dat hij eerder joden heeft getransporteerd richting Auschwitz. Micheal en zijn moeder zoeken opnieuw onderdak en gaan terug naar Hotze's huis. Daar is Martchen, Hotze en zijn vrouw zijn nog gearresteerd. Niet lang daarna komt het 'Rote Armee' een einde maken aan de oorlog. De soldaten zijn wantrouwig en vijandig en pas als Micheal het Kaddisch opzegt gelooft de joodse officier dat ze de waarheid spreken. Enkele tijd later wordt Martchen ernstig ziek en komt uiteindelijk te overlijden aan geelzucht.



In dit verhaal wordt de aandacht gevestigd op een te vaak vergeten feit. In de oorlog hadden vrouwen vaak geen keus, ze probeerden te overleven voor hun gezin en ook in deze film wordt aangegeven dat Anna Degen uit alle macht haar man vrij probeerde te krijgen. Tijdens de oorlog worden mannen gescheiden van vrouwen, door de dood of door het leger. Vrouwen proberen dan he hoofd boven water te houden door het verkopen van sigaretten, stof en andere waar. Ook de kinderen hielpen mee met geld verdienen; de scholen waren dicht en leraren kwamen vaak aan huis. Als joods kind heb je dan helemaal niks aan opleiding meer, soms werden joodse scholen ontruimd en de kinderen regelrecht op transport gezet. Het enige wat er voor de kinderen op zat was om een baantje aan te nemen en maar zo goed mogelijk te werken, dat zien we in de film ook terug.


Filmgegevens:

Titel: Nicht alle waren Mörder
Land van productie: Duitsland
Taal: Duits
Jaar van verschijning: 2006

Regie & draaiboek: Jo Baier
Productie: Nico Hofmann
Muziek: Enjot Schneider
Camera: Gunnar Fuss
Filmbewerking:Clara Fabry

Acteurs en personages:

Aaron Altaras: Micheal Degen
Nadja Uhl: Anna Degen
Hannelore Elsner: Ludmilla Dimitrieff
Dagmar Manzel: Martchen Schewe
Katharina Thalbach: Oma Teuber
Maria Simon: Lona
Richy Müller Karl Hotze
Axel Prahl: Erwin Redlich
Martin Stührk: Rolf Redlich
Merab Ninidze: Russischer Offizier
Steffi Kühnert: Käthe

Trailer van Nicht alle waren Mörder:

http://www.grimme-institut.de/html/index.php?id=542



Verschillen tussen het boek en de film:

Heel duidelijk is te merken dat de film echt het ingekorte verhaal is. In de film is de sfeer minder persoonlijk, je leert mensen niet echt kennen. Het gaat erom om de gebeurtenissen weer te geven, waardoor het verhaal iets minder aangrijpend wordt en de tijden ertussen korter. Ook het lijden van de mensen wordt hierdoor geminimaliseerd.

In het begin van het boek werd je al op de hoogte gebracht van een broer, die in de film helemaal niet terug kwam. Ook wordt in het boek uitgebreid ingegaan op Vader, met flashbacks, terwijl in de film alleen de dood van zijn vader terugkomt. In het boek heeft Anna haar man ook uit het concentratie kamp weten te krijgen, waarna hij na enige tijd overleed aan zijn verwondingen, terwijl daar in de film verder niks over gezegd wordt. Alleen dat hij daar mishandeld is.

Na de ontsnapping uit het huis van Hotze, als Anna haar enkel bezeerd heeft, lopen ze over straat en worden ze opgepikt als het luchtalarm weer afgaat. Dan komen ze in een schuilkelder waar Anna aan haar voet behandeld wordt door een echte dokter. In de film wordt ze verzorgd door meneer Redlich.

Wat ons in het bijzonder opviel, was de manier waarop Micheal de zuster Erna tegenkwam. In het boek liep hij weg van huis omdat hij vind dat hij zijn moeder teveel belast, terwijl hij daar in de film terechtkwam nadat hij moest vluchten omdat zijn moeder door de Gestapo aangehouden was. In het boek bleef Micheal daar zelfs nog slapen, en werd hij uiteindelijk terug gebracht omdat hij teveel heimwee heeft naar zijn moeder.
De manier waarop Micheal en zijn moeder hun best moeten doen om geld te verdienen, wordt in de film in het geheel niet aangehaald. Als Micheal kippen moet gaan verkopen in zijn hitlerjugend tenue of als hij sigaretten en textiel verkoopt aan geallieerden na de bevrijding.

In het boek werd het huis van de Redlichs ook gebombardeerd. Nadat Anna en Micheal daar ingetrokken zijn, fleurt meneer Redlicht weer een beetje op. Ook na de bombardering was hij positief gestemd. Daar kwam pas een einde aan toen Rolf overleed. Het stukje na de bevrijding verschilde ook, want in het boek werd er ook nog beschreven hoe soldaten door de russen geliquideerd werden.

Door de film heen werd Micheal nooit terecht gewezen. Het leek zo alsof hij meer voor zijn moeder zorgde als zijn moeder voor hem, terwijl dat in het boek heel anders beschreven werd. Tijdens de zware periodes was Micheal over het algemeen lief en volgzaam maar af en toe kreeg hij wel een standje, van zijn moeder, of van iemand die boos wordt omdat hij zo makkelijk de waarheid verteld, wat natuurlijk levensgevaarlijk was. Maar tijdens de oorlog ging het opvoeden gewoon door.



Bezoek aan het Joods museum

Joods museum voorkant

In Berlijn ligt het misschien wel meest unieke museum waar wij ooit van gehoord hebben. Van buiten lijkt het een oud maar chique bakstenen gebouw, maar zodra we binnenkwamen veranderde dat beeld drastisch. Geen van de muren staan in een hoek van negentig graden ten opzichte van de vloer, en de binnenarchitectuur doet strak en sober aan.

Joods museum bovenkant

Bij de rondleiding was het eerste wat de gids ons liet zien een maquette van het gebouw, dat de vorm van een gebroken Jodenster bleek te hebben. Ook was te zien hoe de gangen zigzagden en kleine onbruikbare ruimtes creëerden en deze vormen maakten het onmogelijk om het einde van een gang te zien. De middelste ongebruikte ruimte was bezaaid met uit ijzeren platen gesneden gezichtjes. Als iemand er overheen liep, want dat was toegestaan, klonk het heel hard door de ruimte, en gaf het een onprettig geluid. Deze geluiden symboliseren de hartverscheurende kreten van de vertreden Joden. Rondom de middelste kamer liepen de hoofdgangen, en kleine raampjes in de muren gaven uitzicht op de vele gezichtjes in de middelste kamer.

Hierna gingen ze interactief op zoek naar het verhaal van een joods jazzmuzikant die ten tijde van de oorlog wist te overleven door de kracht die hij haalde uit zijn muziek. Hij heeft in een concentratiekamp gezeten waar hij vreselijke dingen heeft gezien. Door zijn muziek heeft hij dit kunnen overleven; hij fungeerde als muzikant voor de kampbewakers en werd daardoor beter behandeld dan andere gevangenen.
Vervolgens kregen wij een rondleiding door het museum, waarbij de gids persoonlijke verhalen vertelde die bij de tentoongestelde voorwerpen hoorden. Bijvoorbeeld een foto van twee meisjes die in de oorlog omgekomen zijn. De vriend en fotograaf heeft de foto aan het museum geschonken na de oorlog. Toen zij deze tentoonstelden kwam er een man in tranen naar de museummedewerkers toe met het emotionele verhaal dat dit de enige overgebleven foto van zijn zuster was.

Ook vertelde de gids toen we bij een aantal onderscheidingen aangekomen waren het verhaal van een Duitse soldaat van joodse afkomst die in de eerste wereldoorlog had gevochten en vele onderscheidingen voor uitzonderlijke moed had mogen ontvangen. In de tweede wereldoorlog werd het ook voor hem gevaarlijk en hij en zijn gezin probeerden te vluchten. Bij de grens werd hij tegengehouden door een jonge Duitse soldaat die het bevel had gekregen alle vluchtende joden op te pakken. Toen de joodse soldaat zijn onderscheidingen liet zien als teken dat hij ooit veel respect genoot in het Duitse leger, was de jonge, onervaren soldaat zo onder de indruk dat het voor hem niet meer uitmaakte of hij Joods was of niet. De Duitse soldaat liet hem en zijn gezin door als teken van ontzag en respect. Deze gebeurtenis heeft de levens van alle gezinsleden gered.

Toen we de tuin in gingen, waren we enigszins van ons stuk gebracht, de tuin was naar rechts schuin aflopend met betonnen zuilen die wel in negentig graden ten opzichte van de museumvloer stonden. De zuilen stonden in rechte rijen achter elkaar, en elke plek leek hetzelfde te zijn. Bovenop de zuilen stonden bomen die zich in de zuilen wortelden. Deze tuin stond symbool voor de desoriëntatie en verwarring die mensen ervaren die moeten vluchten uit hun land. De veilige vertrouwde omgeving moet worden achtergelaten om heel ergens anders een nieuw leven te beginnen. De bomen stonden symbool voor een nieuw begin en de zuilen en schuine vloer voor de verwarring en desoriëntatie.

De tuin heeft zeker wel inpakt op je. Het voelt als een heel vreemde omgeving en je raakt, door de opbouw van de tuin, de weg kwijt. Toen we aan het einde van de tuin waren en weer terug wilden lopen liepen we zelfs eerst in de verkeerde richting, omdat je gedesoriënteerd bent en de ingang naar het museum door de zuilen niet kan zien.

Gezichtjes Joods museum

De gids vertelde ons ook dat ze met eigen ogen heeft gezien hoe (Joodse) oorlogsslachtoffers, die huis een haard moesten verlaten in de oorlog, de tuin komen bezoeken. Na al die jaren van vrede raakten zij nog steeds zeer geëmotioneerd door deze tuin, die volgens hen precies hun gevoelens van toen verwoord. Enkelen van hen vielen zelfs huilend neer omdat het hen teveel werd. Dit toont aan hoeveel pijn er achter de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog zit, dat het na decennia van vrede zich nog steeds zo sterk openbaart. De pijn gaat nooit helemaal weg.

Na een rondleiding van een paar uur verlieten we het Joods museum met een naar gevoel, wat aantoont dat dit museum zijn werk goed gedaan heeft; we hebben ons kunnen inleven in een stukje van de grote pijn die de Joden hebben moeten doorstaan. Een mooi museum dat we nooit zullen vergeten.



Onze algemene beleving van de profielwerkweek in Berlijn

Ons bezoek aan Berlijn hebben we als zeer leuk ervaren. Nadat we in Berlijn waren aangekomen konden we meteen ons prachtige, futuristische, enigszins blauwe hotel. Onze kamer bestond uit een wankel wastafeltje, een spiegel en twee stapelbedjes die geeneens zo gek veel kraakten. De douches en de wc’s waren gezamenlijk en altijd vergat iemand dan om zijn pasje mee te nemen waarmee je de hotelkamer mee opende, ook ’s nachts. Marlon had een tweepersoonsbed en een eigen douche en wc, evenals evenveel vierkante meter als wij hadden. Wij moesten met zijn drieën een kamer delen. Marlon had die leuke kamer helemaal voor zichzelf. Maar we vergeven Marlon want hij maakte de grap van de week.

Toen we in het hotel onze spullen hadden achtergelaten begonnen we met het bezichtigen van vele monumenten, belangrijke gebouwen, historische gebouwen (of wat ervan over was) en culturele gelegenheden. Zo zijn we langs stukken van de Berlijnse muur gelopen (nooit geweten dat er toen al zoveel graffiti gespoten werd), Checkpoint Charlie, het Alexander Platz, de Fernsehturm, de Reichstag, monumenten voor de tweede wereldoorlog, de Hackesher Markt, de Amerikaanse ambassade, drie musea en het hotel waar Michael Jackson zijn kind uit het raam hing.

Hoewel deze wel heel interessant waren duurde het soms wel lang om alle punten langs te gaan. Bij de Reichstag moesten we eerst een uur wachten alvorens we naar binnen konden, om vervolgens het beruchte ‘bilspleet en kisten avontuur’ te beleven: blijkbaar zag José er zo angstaanjagend uit dat zij zelfs in haar bilspleet werd gecontroleerd op wapens; Hanneke was blijkbaar zo schattig dat ze alleen even bij haar kisten voelden. Toen we de Reichstag gezien hadden was het rond 8 uur ’s avonds en er heerste een grote hongersnood onder de dappere leerlingen van Het Streek, bij Hanneke en José gedoopt tot de zogenaamde ‘survival of the hungriest’.

Toen na een tijdlang lopen de eettentjes zichtbaar werden, sleepten we ons, onder melodramatische muziek, met onze laatste krachten naar een Italiaans eettentje, waar José vervolgens tegen de glazen deur aanliep en wat chiquer bleek te zijn dan de prijskaart deed vermoeden. Met vogelnestjeshaar en uitgelopen make-up namen we plaats aan een tafeltje waar Hanneke vervolgens het verkeerde eten kreeg en waar de ober na onze uiterst riante tip opeens wel heel vriendelijk deed. Ook bleek er een Belg naast ons te zitten eten met zijn krantje die vervolgens weer al onze, enigszins beschamende, uitspattingen hoorde.

De dag erop besloten we maar om in een Turks cafeetje te gaan eten, waar we vervolgens voor nog geen € 3,50 een heerlijke grote schaal lasagne, cola en een plat broodje kregen.

De dagen daarna zijn we naar musea geweest, hebben we gewinkeld en zijn we zelfstandig naar de Rosentrasse gegaan met de U-bahn en de S-bahn. Als wij de weg niet meer wisten schoot je de eerste de beste Duitser aan en je kon er vergif op innemen dat diegene precies wist welke tram of ondergrondse moest nemen, waar en wanneer die vertrok en hoe laat je aankwam. En dat terwijl er tientallen stations zijn in Berlijn en een kleine honderd perrons. Respect.

Een droevig moment kwam toen Hanneke’s tas werd gestolen in een winkel, waardoor ze veel spullen is kwijtgeraakt en daarnaast ook nog foto- en videomateriaal. Wel hebben we ons Duits goed geoefend met de politie, dat is dan wel weer leuk aan het verhaal.

Deze herinneringen, samen met de Canadees die we in het hotel tegenkwamen, het ontbijt dat de ene ochtend opeens beter was dan de andere ochtend, de film die we halverwege moesten verlaten vanwege de lange duur en het geweld in de film, de vreemde Duitse recepten en de lieve oude Duitse opaatjes zullen we voor altijd bij ons dragen en koesteren.

User Status

Du bist nicht angemeldet.

Aktuelle Beiträge

Jüdisch museum; E.T.A...
hanneke8094 - 11. Mär, 14:44
Die Rosenstrasse inleiding Deze...
Die Rosenstrasse inleiding Deze straat doet aan...
hanneke8094 - 10. Feb, 20:20

Links

Suche

 

Status

Online seit 5636 Tagen
Zuletzt aktualisiert: 11. Mär, 14:44

Credits


Profil
Abmelden
Weblog abonnieren